NJ 2004, 49
Schadestaatprocedure: vaststaan aansprakelijkheid vereist.
HR 14-03-2003, ECLI:NL:HR:2003:AF2676
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
14 maart 2003
- Magistraten
G.G. van Erp Taalman Kip-Nieuwenkamp, A.G. Pos, D.H. Beukenhorst, O. de Savornin Lohman, F.B. Bakels
- Zaaknummer
C01/170HR
- Conclusie
A-G Spier
- LJN
AF2676
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Burgerlijk procesrecht / Algemeen
Verbintenissenrecht (V)
Burgerlijk procesrecht / Beslag en executie
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2003:AF2676, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 14‑03‑2003
ECLI:NL:HR:2003:AF2676, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 14‑03‑2003
- Wetingang
Rv art. 612
Essentie
Schadestaatprocedure: vaststaan aansprakelijkheid vereist.
Het Hof — dat partijen heeft verwezen naar de schadestaatprocedure — heeft hetzij blijk gegeven van een onjuiste rechtsopvatting doordat het heeft miskend dat omtrent de aansprakelijkheid voor de schade niet in de schadestaatprocedure kan worden geoordeeld, hetzij zijn beslissing onvoldoende gemotiveerd doordat het onvoldoende heeft aangegeven op grond waarvan het thans eiser tot cassatie aansprakelijk heeft geacht.
Samenvatting
In een zaak over de nasleep van de verkoop van een onroerende zaak zijn partijen onder meer in geschil over twee bodemverontreinigingen. Het Hof heeft in zijn tussenarrest geoordeeld dat de eerste bodemverontreiniging ‘tot schade ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.