NJ 2003, 301
Algemeen verbindend verklaarde CAO; recht in de zin van art. 79 RO. Uitleg; maatstaf.
HR 14-02-2003, ECLI:NL:HR:2003:AF1307
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
14 februari 2003
- Magistraten
R. Herrmann, H.A.M. Aaftink, A.G. Pos, D.H. Beukenhorst, P.C. Kop
- Zaaknummer
C01/347HR
- Conclusie
A-G Spier
- LJN
AF1307
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Juridische beroepen / Rechter
Staatsrecht / Rechtspraak
Arbeidsrecht / Collectief arbeidsrecht
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2003:AF1307, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 14‑02‑2003
ECLI:NL:HR:2003:AF1307, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 14‑02‑2003
- Wetingang
RO art. 79
Essentie
Algemeen verbindend verklaarde CAO; recht in de zin van art. 79 RO. Uitleg; maatstaf.
Een algemeen verbindende CAO moet als recht in de zin van art. 79 RO worden beschouwd. Als uitgangspunt voor de uitleg van de bepalingen van een CAO geldt dat in beginsel de bewoordingen daarvan en eventueel van de daarbij behorende schriftelijke toelichting, gelezen in het licht van de gehele tekst van de overeenkomst, van doorslaggevende betekenis zijn. Daarbij komt het niet aan op de bedoelingen van de partijen bij de CAO, voor zover deze niet uit de CAO-bepalingen en de ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.