NJ 2004, 312
Eendaadse samenloop; aanhaling art. 55 Sr.
HR 28-01-2003, ECLI:NL:PHR:2003:AF1826
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
28 januari 2003
- Magistraten
Mrs. Bleichrodt, Koster, Balkema
- Zaaknummer
02149/01
- Conclusie
plv. A-G Vellinga
- LJN
AF1826
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Materieel strafrecht / Delicten Wetboek van Strafrecht
Materieel strafrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2003:AF1826, Uitspraak, Hoge Raad, 28‑01‑2003
ECLI:NL:PHR:2003:AF1826, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 28‑01‑2003
- Wetingang
Sr art. 55 lid 1; Sr art. 247; Sr art. 249
Essentie
Het Hof heeft feit gekwalificeerd als ‘ontucht plegen met zijn minderjarig kind, meermalen gepleegd’ en art. 249 Sr genoemd als wettelijk voorschrift waarop de strafoplegging is gegrond. Nu het bewezenverklaarde ook valt onder art. 247 Sr had het Hof art. 55 lid 1 moeten vermelden als een van de toepasselijke strafbepalingen. Anders dan de A-G in zijn conclusie is de Hoge Raad niet van oordeel dat ook ter zake van art. 247 Sr had moeten worden gekwalificeerd en dat art. 247 had moeten worden vermeld bij de toepasselijke strafbepalingen.
Voorgaande uitspraak
Arrest op het beroep in cassatie tegen ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.