HR, 17-01-2003, nr. C01/122HR

Documentgegevens:

HR 17-01-2003, ECLI:NL:HR:2003:AF0136

Instantie: Hoge Raad (Civiele kamer)
Datum: 17 januari 2003
Magistraten: Mrs Herrmann, Van der Putt-Lauwers, Aaftink, De Savornin Lohman, Hammerstein
Zaaknummer: C01/122HR
LJN: AF0136
Vakgebied(en): Arbeidsrecht / Algemeen
Burgerlijk procesrecht / Algemeen
Burgerlijk procesrecht / Arbitrage
Personen- en familierecht / Huwelijk, relaties en echtscheiding
Internationaal privaatrecht / Internationaal bevoegdheidsrecht
Arbeidsrecht / Collectief arbeidsrecht
Brondocumenten: ECLI:NL:PHR:2003:AF0136, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 17‑01‑2003
ECLI:NL:HR:2003:AF0136, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 17‑01‑2003
Wetingang: GW art. 17; Rv art. 4; Rv art. 9; Rv art. 1020; Rv art. 1021; WAVV art. 2; CAO art. 14

Samenvatting

Arbitraal beding in CAO die in individuele arbeidsovereenkomst met niet gebonden werknemer van toepassing wordt verklaard.

Wanneer een werkgever en een niet gebonden werknemer als bedoeld in art. 14 Wet CAO overeenkomen dat een collectieve arbeidsovereenkomst waarin een arbitraal beding voorkomt op hun overeenkomst van toepassing zal zijn, gaat het arbitrale beding tussen hen gelden; een uitdrukkelijke verklaring van de werknemer is niet vereist.

(Ontleend aan NJ 2004, 280)