NJ 2003, 165
Huur onroerende zaak; in huurprijs begrepen, niet-verschuldigde omzetbelasting. Dwaling; ‘uitsluitend toekomstige omstandigheid’ als bedoeld in art. 6:228 lid 2 BW.
HR 10-01-2003, ECLI:NL:PHR:2003:AE9398
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
10 januari 2003
- Magistraten
R. Herrmann, A.E.M. van der Putt-Lauwers, J.B. Fleers, A. Hammerstein, P.C. Kop
- Zaaknummer
C02/031HR
- Conclusie
A-G Keus
- LJN
AE9398
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Omzetbelasting / Vrijstelling
Verbintenissenrecht / Overeenkomst
Verbintenissenrecht / Overige verbintenissen
Huurrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2003:AE9398, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 10‑01‑2003
ECLI:NL:PHR:2003:AE9398, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 10‑01‑2003
- Wetingang
BW art. 6:202; BW art. 6:228; BW art. 6:230; OB 1968 art. 11 lid 1 onder b
Essentie
Huur onroerende zaak; in huurprijs begrepen, niet-verschuldigde omzetbelasting. Dwaling; ‘uitsluitend toekomstige omstandigheid’ als bedoeld in art. 6:228 lid 2 BW.
De omstandigheid dat over de verhuur van onroerende zaken — i.c. van een cv-ketel die bestanddeel is van een woning — geen omzetbelasting verschuldigd is, laat de door de huurder jegens de verhuurder aangegane verbintenis tot betaling van omzetbelasting onaangetast. Van een onjuiste rechtsopvatting getuigt het oordeel van de Rechtbank dat het beroep van de huurder op dwaling faalt op de grond dat van dwaling geen sprake kan zijn omdat de dwaling een uitsluitend toekomstige omstandigheid ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.