NJ 2003/78
Kort geding; spoedeisend belang; maatstaf; eisen goede procesorde. Erfpacht; gestanddoening huur na einde erfpacht; strekking art. 5:94 lid 2 BW; overgangsrecht.
HR 29-11-2002, ECLI:NL:PHR:2002:AE4553, m.nt. P.A. Stein (Gemeente Groningen/Reilman)
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
29 november 2002
- Magistraten
J.B. Fleers, A.G. Pos, D.H. Beukenhorst, P.C. Kop
- Zaaknummer
C01/310HR
- Conclusie
A-G Bakels
- Noot
P.A. Stein
- LJN
AE4553
- Roepnaam
Gemeente Groningen/Reilman
- JCDI
JCDI:ADS125159:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Vermogensrecht / Algemeen
Burgerlijk procesrecht (V)
Goederenrecht / Genotsrechten
Huurrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2002:AE4553, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 29‑11‑2002
ECLI:NL:PHR:2002:AE4553, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 29‑11‑2002
- Wetingang
BW art. 5:94; BW art. 5:104
Essentie
Kort geding; spoedeisend belang; maatstaf; eisen goede procesorde. Erfpacht; gestanddoening huur na einde erfpacht; strekking art. 5:94 lid 2 BW; overgangsrecht.
De vraag of een eisende partij in kort geding voldoende spoedeisend belang heeft bij de gevraagde voorziening dient beantwoord te worden aan de hand van een afweging van de belangen van partijen, beoordeeld naar de toestand ten tijde van de uitspraak. De omstandigheid dat de eisende partij lang heeft stilgezeten kan bij die afweging een rol spelen, en de omstandigheid dat een rechtsvraag in geschil is waarop het antwoord niet evident is, kan leiden tot behoedzaamheid ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.