NJ 2003, 33
Aanneming van werk; waarschuwingsplicht aannemer. Procedure na cassatie en verwijzing.
HR 15-11-2002, ECLI:NL:HR:2002:AE8454
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
15 november 2002
- Magistraten
G.G. van Erp Taalman Kip-Nieuwenkamp, J.B. Fleers, A.G. Pos, A. Hammerstein, P.C. Kop
- Zaaknummer
C01/031HR
- Conclusie
P-G Hartkamp
- LJN
AE8454
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Burgerlijk procesrecht / Algemeen
Verbintenissenrecht / Aansprakelijkheid
Burgerlijk procesrecht / Cassatie
Verbintenissenrecht / Algemeen
Verbintenissenrecht / Overeenkomst
Verbintenissenrecht / Schadevergoeding
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2002:AE8454, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 15‑11‑2002
ECLI:NL:HR:2002:AE8454, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 15‑11‑2002
- Wetingang
BW art. 6:101; Rv art. 424
Essentie
Aanneming van werk; waarschuwingsplicht aannemer. Procedure na cassatie en verwijzing.
De overweging in het verwijzingsarrest dat de voor een overeenkomst van aanneming geldende regel omtrent de op de aannemer rustende verplichting de opdrachtgever tijdig te waarschuwen voor onjuistheden in de opdracht ook op de onderhavige overeenkomst van toepassing is, bracht niet mee dat er een nieuwe situatie ontstond waarop de opdrachtnemer niet eerder had kunnen inspelen, zodat onjuist is de door het middel vertolkte opvatting dat het Hof de na cassatie en verwijzing door de opdrachtnemer in dit verband alsnog aangevoerde omstandigheden in zijn beoordeling had behoren te betrekken. ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.