NJ 2004, 182
Verpanding vorderingen op naam. Vereiste ‘voldoende bepaaldheid’ te verpanden goed in akte van verpanding; ‘generieke omschrijving’.
HR 20-09-2002, ECLI:NL:PHR:2002:AE7842, m.nt. W.M. Kleijn (Mulder/Rabobank)
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
20 september 2002
- Magistraten
Mrs. P. Neleman, J.B. Fleers, D.H. Beukenhorst, O. de Savornin Lohman, A. Hammerstein
- Zaaknummer
C01/213HR
- Conclusie
P-G Hartkamp
- Noot
W.M. Kleijn
- LJN
AE7842
- Roepnaam
Mulder/Rabobank
- JCDI
JCDI:ADS143256:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Goederenrecht / Algemeen
Vermogensrecht (V)
Goederenrecht / Verkrijging en verlies
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2002:AE7842, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 20‑09‑2002
ECLI:NL:PHR:2002:AE7842, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 20‑09‑2002
- Wetingang
BW art. 3:84; BW art. 98; BW art. 239
Essentie
Verpanding vorderingen op naam. Vereiste ‘voldoende bepaaldheid’ te verpanden goed in akte van verpanding; ‘generieke omschrijving’.
Bij verpanding van vorderingen op naam moeten de vorderingen — overeenkomstig art. 3:84 lid 2 juncto art. 3:98 BW — in voldoende mate door de in art. 3:239 lid 1 BW bedoelde akte worden bepaald; daarbij is voldoende dat de pandakte zodanige gegevens bevat dat, eventueel achteraf, aan de hand daarvan kan worden vastgesteld om welke vorderingen het gaat. Een generieke omschrijving (‘alle ten tijde van de ondertekening van de akte bestaande rechten of vorderingen jegens derden’ en ‘alle rechten ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.