NJ 2002, 543
Opdracht tot bemiddeling aan makelaar. Onbevoegde vertegenwoordiging; toerekenbare schijn volmachtverlening.
HR 09-08-2002, ECLI:NL:HR:2002:AE2380 (Van den Berg e.a./Balm)
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
9 augustus 2002
- Magistraten
G.G. van Erp Taalman Kip-Nieuwenkamp, A.E.M. van der Putt-Lauwers, A.G. Pos, O. de Savornin Lohman, A. Hammerstein
- Zaaknummer
C00/283HR
- Conclusie
A‑G Bakels
- LJN
AE2380
- Roepnaam
Van den Berg e.a./Balm
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Vermogensrecht / Rechtshandelingen
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2002:AE2380, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 09‑08‑2002
ECLI:NL:HR:2002:AE2380, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 09‑08‑2002
- Wetingang
BW art. 3:60
Essentie
Opdracht tot bemiddeling aan makelaar. Onbevoegde vertegenwoordiging; toerekenbare schijn volmachtverlening.
Bij de beantwoording van de vraag of de door toedoen van de achterman gewekte schijn voldoende is om bij de wederpartij het gerechtvaardigde vertrouwen te wekken dat een toereikende volmacht is verleend, komt het aan op de omstandigheden van het geval. Een opdracht aan een makelaar tot bemiddeling houdt geen volmacht aan die makelaar in tot het sluiten van een koopovereenkomst en met zo een opdracht wordt ook niet de schijn van bevoegdheid van de makelaar gewekt. Niet blijk van een onjuiste rechtsopvatting geeft 's Hofs oordeel dat de wederpartij ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.