RvdW 2002, 121
Schuldsaneringsregeling. Hoger beroep tegen tussenbeslissingen rechtbank. Termijn van art. 354 lid 1 F.
HR 12-07-2002, ECLI:NL:PHR:2002:AE3344
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
12 juli 2002
- Magistraten
P. Neleman, A.E.M. van der Putt-Lauwers, H.A.M. Aaftink, A.G. Pos, A. Hammerstein
- Zaaknummer
R02/014HR
R02/015HR
- Conclusie
A-G Langemeijer
- LJN
AE3344
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht (V)
Insolventierecht / Schuldsanering natuurlijke personen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2002:AE3344, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 12‑07‑2002
ECLI:NL:PHR:2002:AE3344, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 12‑07‑2002
- Wetingang
Essentie
Schuldsaneringsregeling. Hoger beroep tegen tussenbeslissingen rechtbank. Termijn van art. 354 lid 1F.
Aangezien de wetgever de twaalfde titel van boek Ⅰ (oud) Rv. niet van toepassing heeft verklaard op de schuldsaneringsregeling, kan het antwoord op de vraag of van de tussenbeslissing van de Rechtbank, waarbij de Rechtbank n.a.v. het door enkele schuldeisers gemaakte bezwaar tegen toepassing van art. 358 lid 1F. (‘het verlenen van de schone lei’) in de eerste plaats de zaak heeft verwezen naar de rechter-commissaris en in de tweede plaats de toepassing van de schuldsaneringsregeling heeft beëindigd, niet worden gevonden in art. 429n lid 3 (oud) Rv. Voor analogische ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.