NJ 2004, 127
Aansprakelijkheid gemeente jegens toekomstige bewoners voor verkoop verontreinigde grond met ‘schone grond-verklaring’ en bouwplicht.
HR 14-06-2002, ECLI:NL:PHR:2002:AE2185, m.nt. W.M. Kleijn (Gemeente Boarnsterhim/Heideveld en Meinders)
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
14 juni 2002
- Magistraten
P. Neleman, A.E.M. van der Putt-Lauwers, J.B. Fleers, H.A.M. Aaftink, D.H. Beukenhorst
- Zaaknummer
C01/277HR
- Conclusie
A-G Spier
- Noot
W.M. Kleijn
- LJN
AE2185
- Roepnaam
Gemeente Boarnsterhim/Heideveld en Meinders
- JCDI
JCDI:ADS143202:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Verbintenissenrecht / Aansprakelijkheid
Verbintenissenrecht / Onrechtmatige daad
Milieurecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2002:AE2185, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 14‑06‑2002
ECLI:NL:PHR:2002:AE2185, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 14‑06‑2002
- Wetingang
BW art. 6:162
Essentie
Aansprakelijkheid gemeente jegens toekomstige bewoners voor verkoop verontreinigde grond met ‘schone grond-verklaring’ en bouwplicht.
Het Hof heeft niet een onjuiste maatstaf aangelegd door in een geval als het onderhavige — waarin het gaat om een gemeente die verontreinigde grond verkoopt met een bouwplicht en aldus jegens haar wederpartij een garantie geeft dat de grond geschikt is voor woningbouw, terwijl zij weet dat die grond in percelen zal worden doorverkocht aan toekomstige bewoners — te oordelen dat deze gemeente jegens de toekomstige bewoners onrechtmatig handelt, en dat daarbij niet ter zake doet of de gemeente al dan niet van ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.