NJ 2002, 608
Antillenzaak. Faillissement; onverschuldigde betaling aan curator/gefailleerde na faillietverklaring; vordering tot terugbetaling concurrente vordering?; ongerechtvaardigde verrijking?
HR 07-06-2002, ECLI:NL:PHR:2002:AE3796, m.nt. J.B.M. den Vranken (Komdeur/Nationale Nederlanden)
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
7 juni 2002
- Magistraten
R. Herrmann, J.B. Fleers, H.A.M. Aaftink, D.H. Beukenhorst, A. Hammerstein
- Zaaknummer
R00/148HR
- Conclusie
A‑G Spier
- Noot
J.B.M. den Vranken
- LJN
AE3796
- Roepnaam
Komdeur/Nationale Nederlanden
- JCDI
JCDI:ADS114944:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Burgerlijk procesrecht / Algemeen
Insolventierecht (V)
Burgerlijk procesrecht / Cassatie
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2002:AE3796, Uitspraak, Hoge Raad, 07‑06‑2002
ECLI:NL:PHR:2002:AE3796, Conclusie, Hoge Raad (Parket), 07‑06‑2002
- Wetingang
BW (Ned. Antillen) art. 1376; BW (Ned. Antillen) art. 1377; BW (Ned. Antillen) art. 1378; Fb 1931 (Curaçao) art. 17; Fb 1931 (Curaçao) art. 20; Rv art. 420
Essentie
Antillenzaak. Faillissement; onverschuldigde betaling aan curator/gefailleerde na faillietverklaring; vordering tot terugbetaling concurrente vordering?; ongerechtvaardigde verrijking?
Met betrekking tot vorderingen uit hoofde van een na de faillietverklaring zonder rechtsgrond aan de gefailleerde of de curator gedane betaling zijn twee soorten gevallen te onderscheiden: enerzijds de gevallen waarin de aan de schuldenaar na diens faillietverklaring gedane betaling — ten gevolge van het met terugwerkende kracht tot een vóór de faillietverklaring gelegen tijdstip vervallen van de rechtsgrond — achteraf onverschuldigd blijkt te zijn, en anderzijds de gevallen waarin tussen de gefailleerde en degene die aan hem betaalde geen rechtsgrond bestaat of ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.