wederrechtelijk verkregen voordeel; vermogensvergelijking

Documentgegevens:

HR 28-05-2002, ECLI:NL:HR:2002:AE1182

Instantie: Hoge Raad
Datum: 28 mei 2002
Magistraten: Davids, Corstens, Van Buchem-Spapens, Van Dorst, Van Schendel
Zaaknummer: 0151401P
LJN: AE1182
Vakgebied(en): Strafrecht algemeen (V)
Onbekend (V)
Brondocumenten: ECLI:NL:PHR:2002:AE1182, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 28‑05‑2002
ECLI:NL:HR:2002:AE1182, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 28‑05‑2002
Wetingang: Sr art. 36e; EVRM art. 6

Essentie

Samenvatting

Het Hof hanteerde voor de berekening van het wederrechtelijk verkregen voordeel nadrukkelijk de verklaring van betrokkene. Deze voordeelsberekening week zeer sterk af van datgene wat door mededaders eerder was aangegeven en waarop de voordeelsberekening van de politie was gebaseerd. Daarnaast oordeelde het Hof onder andere dat de methode van vermogensvergelijking in deze niet gebruikt kon worden. De Hoge Raad vernietigt de uitspraak van het Hof met de volgende motivering:

1. Geen rechtsregel en met name niet art. 6 EVRM verzet zich ertegen dat in zaken als de onderhavige, waarin de grondslag ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.