RvdW 2002, 73
Verzekeringsovereenkomst. Verzekeringspolis of -certificaat aan toonder?; maatstaf; waardepapier; geen beroep uitgever/verzekeraar op art. 251 K tegenover houder te goeder trouw.
HR 19-04-2002, ECLI:NL:HR:2002:AE1683
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
19 april 2002
- Magistraten
R. Herrmann, A.E.M. van der Putt-Lauwers, D.H. Beukenhorst, O. de Savornin Lohman, P.C. Kop
- Zaaknummer
C01/041HR
- Conclusie
A-G Bakels
- LJN
AE1683
- Vakgebied(en)
Ondernemingsrecht / Economische ordening
Verzekeringsrecht (V)
Verbintenissenrecht / Overgang en tenietgaan verbintenissen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2002:AE1683, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 19‑04‑2002
- Wetingang
BW art. 6:146; K art. 251
Essentie
Verzekeringsovereenkomst. Verzekeringspolis of -certificaat aan toonder?; maatstaf; waardepapier; geen beroep uitgever/verzekeraar op art. 251K tegenover houder te goeder trouw.
In beginsel kan elk vorderingsrecht aan toonder worden gesteld. De functie van een aldus verkregen waardepapier in het handelsverkeer brengt mee dat de schuldenaar een verweermiddel, gegrond op zijn verhouding tot een vorige schuldeiser, niet kan tegenwerpen aan de verkrijger en diens rechtsopvolgers, tenzij op het tijdstip van de overdracht het verweermiddel bekend was aan de verkrijger of voor hem kenbaar was uit het papier (art. 6:146 BW). Ook een vorderingsrecht voortvloeiende uit een verzekeringsovereenkomst kan aan toonder ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.