NJ 2004, 170
Internationaal privaatrecht; exequatur: openbare orde-oxceptie. Hoger beroep; grenzen rechtsstrijd.
HR 05-04-2002, ECLI:NL:PHR:2002:AD9145, m.nt. P. Vlas
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
5 april 2002
- Magistraten
Mrs. R. Herrmann, H.A.M. Aaftink, A.G. Pos, O. de Savornin Lohman, A. Hammerstein
- Zaaknummer
R01/111HR
- Conclusie
A‑G Strikwerda
- Noot
P. Vlas
- LJN
AD9145
- JCDI
JCDI:ADS114919:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Internationaal privaatrecht (V)
Burgerlijk procesrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2002:AD9145, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 05‑04‑2002
ECLI:NL:PHR:2002:AD9145, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 05‑04‑2002
- Wetingang
Nederlands-Oostenrijks ExecutieverdragTrb. 1963, 51 art. 5; Rv (oud) art. 429o
Essentie
Internationaal privaatrecht; exequatur: openbare orde-exceptie. Hoger beroep; grenzen rechtsstrijd.
Indien de aan de wijze van totstandkoming van de beslissing van een buitenlandse rechter toegeschreven tekortkomingen door het aanwenden van een rechtsmiddel hadden kunnen worden hersteld en niet is gebleken dat de door de beslissing bezwaarde procespartij tot het aanwenden van een rechtsmiddel niet in staat is geweest, kan deze beslissing niet met een beroep op strijd met de openbare orde van erkenning/tenuitvoerlegging hier te lande worden uitgesloten. Nu de gedingstukken geen andere gevolgtrekking toelaten dan dat thans verzoeker tot cassatie met zijn incidentele grief slechts heeft betoogd dat aan ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.