NJ 2002, 295
WOR, art. 46d: ondernemingsraden bij de overheid; ‘het politieke primaat’.
HR 01-03-2002, ECLI:NL:PHR:2002:AD9856, m.nt. J.M.M. Maeijer
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
1 maart 2002
- Magistraten
G.J. Zuurmond, F.W.G.M. van Brunschot, A. Hammerstein, P. Lourens, J.C. van Oven
- Zaaknummer
OK90
- Conclusie
A-G Wortel
- Noot
J.M.M. Maeijer
- LJN
AD9856
- JCDI
JCDI:ADS146763:1
- Vakgebied(en)
Arbeidsrecht / Medezeggenschapsrecht
Onbekend (V)
Ondernemingsrecht / Bijzondere onderwerpen
Bijzonder strafrecht / Economisch strafrecht
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2002:AD9856, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 01‑03‑2002
ECLI:NL:PHR:2002:AD9856, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 01‑03‑2002
- Wetingang
Essentie
WOR, art. 46d: ondernemingsraden bij de overheid; ‘het politieke primaat’.
Niet blijk van een onjuiste rechtsopvatting geeft het oordeel van de OK dat het de Staat is die als ondernemer in de zin van art. 1 lid 1 letter d WOR de Rijksrecherche als onderneming in de zin van art. 1 lid 1 letter c WOR in stand houdt en dat het onderhavige besluit van het College van procureurs-generaal tot instelling van een Coördinatiecommissie Rijksrecherche aan de Staat als ondernemer in voormelde zin dient te worden toegerekend. Voor de toepassing van art. 46d aanhef en letter ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.