JAR 2002, 66
HR, 01-03-2002, nr. C00/153HR
HR 01-03-2002, ECLI:NL:PHR:2002:AD7342
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
1 maart 2002
- Magistraten
Mrs Herrmann, Aaftink, Pos, Hammerstein, Kop
- Zaaknummer
C00/153HR
- LJN
AD7342
- Vakgebied(en)
Arbeidsrecht / Algemeen
Arbeidsrecht / Arbeidsovereenkomstenrecht
Verbintenissenrecht / Algemeen
Arbeidsrecht / Einde arbeidsovereenkomst
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2002:AD7342, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 01‑03‑2002
ECLI:NL:PHR:2002:AD7342, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 01‑03‑2002
- Wetingang
BW art. 7:685; Octrooiwet 1910 art. 10
Samenvatting
Arbeidsovereenkomst. Vordering werknemer op voet art. 10 Rijksoctrooiwet (Row) (oud) tot vergoeding wegens in dienstverband gedane uitvinding; maatstaf; ontvankelijkheid ondanks reeds toegekende vergoeding wegens ontbinding arbeidsovereenkomst op voet art. 7:685 BW?
Voorwaarde voor toepassing van art. 10 lid 2 Row (oud) is dat het gaat om een uitvinding als bedoeld in lid 1, d.w.z. een uitvinding gedaan in kader dienstbetrekking waarvan aard meebrengt dat werknemer zijn bijzondere kennis aanwendt voor doen uitvindingen van dezelfde soort als waarop vordering betrekking heeft; in de regel zal mogen worden aangenomen dat het loon een vergoeding inhoudt voor het missen van een ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.