AB 2003/249
Beleidswijziging; onrechtmatige overheidsdaad?; buitenwettelijke nadeelcompensatie?; evenredigheidsbeginsel; vertrouwensbeginsel.
HR 22-02-2002, ECLI:NL:HR:2002:AD7384, m.nt. F.J. van Ommeren
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
22 februari 2002
- Magistraten
Herrmann, Van der Putt-Lauwers, Pos, Hammerstein, Kop, Spier
- Zaaknummer
C00/236HR
- Noot
F.J. van Ommeren
- LJN
AD7384
- JCDI
JCDI:ADS864540:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Bestuursrecht algemeen / Algemene beginselen van behoorlijk bestuur
Verbintenissenrecht / Aansprakelijkheid
Bestuursrecht algemeen / Besluit (algemeen)
Verbintenissenrecht / Onrechtmatige daad
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2002:AD7384, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 22‑02‑2002
ECLI:NL:HR:2002:AD7384, Uitspraak, Hoge Raad, 22‑02‑2002
- Wetingang
BW art. 6:162; AWB art. 3:4 lid 2
Essentie
Beleidswijziging; onrechtmatige overheidsdaad?; buitenwettelijke nadeelcompensatie?; evenredigheidsbeginsel; vertrouwensbeginsel.
Samenvatting
Van Vlodrop heeft aan haar vordering ten grondslag gelegd dat de Staat jegens haar onrechtmatig heeft gehandeld door te weigeren de schade te vergoeden die zij heeft geleden doordat zij, verplicht of aangemoedigd door de Notitie, als enige, investeringen heeft gedaan, die zij door de daarna gevolgde beleidswijziging niet meer met een redelijk rendement heeft kunnen terugverdienen.
Het hof komt tot de conclusie dat de Staat door de beleidswijziging niet het evenredigheidsbeginsel heeft geschonden of dat die wijziging in strijd was met door de Staat bij Van Vlodrop gewekt vertrouwen. ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.