NJ 2002, 260
Opzegging arbeidsovereenkomst kennelijk onredelijk?; ‘gevolgencriterium’.
HR 22-02-2002, ECLI:NL:HR:2002:AD9332
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
22 februari 2002
- Magistraten
R. Herrmann, A.E.M. van der Putt-Lauwers, H.A.M. Aaftink, A. Hammerstein, P.C. Kop
- Zaaknummer
C00/170HR
- Conclusie
plv. P-G Mok
- LJN
AD9332
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Arbeidsrecht / Algemeen
Arbeidsrecht / Arbeidsovereenkomstenrecht
Verbintenissenrecht / Algemeen
Verbintenissenrecht / Overeenkomst
Arbeidsrecht / Einde arbeidsovereenkomst
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2002:AD9332, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 22‑02‑2002
ECLI:NL:HR:2002:AD9332, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 22‑02‑2002
- Wetingang
BW art. 7:681
Essentie
Opzegging arbeidsovereenkomst kennelijk onredelijk?; ‘gevolgencriterium’.
De vraag wanneer — in de zin van art. 7:681 lid 2 aanhef en onder b BW — mede in aanmerking genomen de voor de werknemer getroffen voorzieningen en de voor hem bestaande mogelijkheden om ander passend werk te vinden, de gevolgen van de opzegging voor de werknemer te ernstig zijn in vergelijking met het belang van de werkgever bij de opzegging, dient te worden beantwoord aan de hand van alle omstandigheden van het geval en derhalve niet, zoals de Rechtbank in het onderhavige geval van opzegging i.v.m. bedrijfsbeëindiging deed, uitsluitend aan de ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.