JABW 2002, 32
Bijstand aan vreemdeling; Koppelingswet; verdragsbepalingen; verblijfsvergunning; rechtmatig verblijf
HR 01-02-2002, ECLI:NL:PHR:2002:AD6622
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
1 februari 2002
- Magistraten
R. Hermann, J.B. Fleers, A.G. Pos, O. de Savornin Lohman, P.C. Kop
- Zaaknummer
C00/090HR
- LJN
AD6622
- Vakgebied(en)
Sociale zekerheid algemeen (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2002:AD6622, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 01‑02‑2002
ECLI:NL:PHR:2002:AD6622, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 01‑02‑2002
Essentie
Bijstand aan vreemdeling; Koppelingswet; verdragsbepalingen; verblijfsvergunning; rechtmatig verblijf
Samenvatting
Betwist wordt Gerechtshof 's‑Gravenhage 20 januari 2000, JABW 2000/40, inzake rechtmatig verblijf, de Koppelingswet en de plicht tot bijstandsverlening.
Met betrekking tot vreemdelingen zoals eiser, die nimmer over een verblijfsvergunning hebben beschikt, maar alleen het land niet behoeven te verlaten zolang op hun verzoek tot toelating nog niet is beslist, bepaalt het EVSMB en in het bijzonder art. 11 niets. De omstandigheid dat hun verblijf in Nederland ingevolge art. 1b, aanhef en onder 3, Vreemdelingenwet (oud) als rechtmatig wordt aangemerkt, brengt niet mee dat dit verblijf ook als rechtmatig ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.