RvdW 2001, 176
Arbeidsongeval. Art. 7:658 BW: onmiddellijke werking; strekking; tekortschieten ‘hulppersoon’.
HR 09-11-2001, ECLI:NL:PHR:2001:ZC3677
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
9 november 2001
- Magistraten
F.H.J. Mijnssen, G.G. van Erp Taalman Kip-Nieuwenkamp, C.H.M. Jansen, A.G. Pos, A. Hammerstein
- Zaaknummer
C99/282HR
- Conclusie
A-G de Vries Lentsch-Kostense
- LJN
ZC3677
- Vakgebied(en)
Arbeidsrecht / Algemeen
Arbeidsrecht / Arbeidsovereenkomstenrecht
Verbintenissenrecht / Aansprakelijkheid
Verbintenissenrecht / Algemeen
Verbintenissenrecht / Onrechtmatige daad
Arbeidsrecht / Einde arbeidsovereenkomst
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2001:ZC3677, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 09‑11‑2001
ECLI:NL:PHR:2001:ZC3677, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 09‑11‑2001
- Wetingang
BW art. 7:658
Essentie
Arbeidsongeval. Art. 7:658 BW: onmiddellijke werking; strekking; tekortschieten ‘hulppersoon’.
Het op 1 april 1997 in werking getreden art. 7:658 BW heeft onmiddellijke werking. Werknemer kan werkgever aansprakelijk houden als het arbeidsongeval is te wijten aan enig tekortschieten in de zorgplicht voor de veiligheid door derden aan wie hij de nakoming daarvan heeft toevertrouwd of overgelaten omdat deze derden in zoverre zijn te beschouwen als hulppersonen. Art. 7:658 BW beoogt niet een absolute waarborg te scheppen doch heeft slechts de strekking de werknemer in zoverre te beschermen als redelijkerwijs in verband met de arbeid gevergd kan worden: de werkgever is niet ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.