Ondernemingsrecht 2002, 23
RvdW 2001, 159 en NJ2001, 654.
HR 19-10-2001, ECLI:NL:PHR:2001:ZC3654, m.nt. R.J. van Galen (Diepstraten/Gilhuis)
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
19 oktober 2001
- Zaaknummer
C99/324HR
- Noot
R.J. van Galen
- LJN
ZC3654
- Roepnaam
Diepstraten/Gilhuis
- JCDI
JCDI:ADS227354:1
- Vakgebied(en)
Ondernemingsrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2001:ZC3654, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 19‑10‑2001
ECLI:NL:PHR:2001:ZC3654, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 19‑10‑2001
- Wetingang
Fw art. 42
Essentie
Voor de beantwoording van de vraag of benadeling aanwezig is in de zin van art. 42 Fw dient de ontstane situatie vergeleken te worden met de hypothetische situatie die zou zijn ontstaan indien de gewraakte rechtshandeling niet had plaatsgevonden.
Partij(en)
Diepstraten
tegen
Gilhuis q.q.
Uitspraak
Feiten
Diepstraten en Uytterschout waren in 1995 getrouwd op huwelijkse voorwaarden die elke gemeenschap van goederen uitsloten maar wel een verrekenbeding bevatten. In een notarieel vastgelegde vaststellingsovereenkomst van 3 april 1974 had Uytterschout erkend ƒ 500 000 aan Diepstraten schuldig te zijn. In een tweede vaststellingsovereenkomst van 12 oktober 1984 erkende Uytterschout over ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.