NJ 2002, 144
Huur bedrijfsruimte; opzegging; uitvoerbaarverklaring bij voorraad.
HR 19-10-2001, ECLI:NL:HR:2001:ZC3684 (WE/Bruil)
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
19 oktober 2001
- Magistraten
P. Neleman, R. Herrmann, A.E.M. van der Putt-Lauwers, J.B. Fleers, A.G. Pos
- Zaaknummer
C00/001HR
- Conclusie
A-G Hartkamp
- LJN
ZC3684
- Roepnaam
WE/Bruil
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Huurrecht / Algemeen
Huurrecht / Huur van woonruimte
Verbintenissenrecht / Overeenkomst
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2001:ZC3684, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 19‑10‑2001
ECLI:NL:HR:2001:ZC3684, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 19‑10‑2001
- Wetingang
BW art. 7A:1624; BW art. 7A:1631; BW art. 7A:1631a
Essentie
Huur bedrijfsruimte; opzegging; uitvoerbaarverklaring bij voorraad.
Cassatieberoep verworpen op de gronden uiteengezet in de conclusie van de A-G: de regel van art. 7A:1631 lid 2 onder c BW (nietigheid van een opzegging die ertoe strekt om een verhoging van de huurprijs te bewerkstelligen) is alleen toepasselijk indien bij de verhuurder geen ander oogmerk voorzit dan tot verhoging van de overeengekomen tegenprestatie te komen. De afweging van belangen zoals bedoeld in art. 7A:1631a BW is voorbehouden aan de rechter die over de feiten oordeelt, terwijl ook de vraag aan welke omstandigheden daarbij betekenis toekomt in beginsel van feitelijke ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.