NJ 2002, 165
Wet Tarieven in Burgerlijke Zaken: advocatendeclaraties; bijzondere rechtsgang; begroting salaris bij geschil door de Raad van Toezicht.
HR 12-10-2001, ECLI:NL:PHR:2001:ZC3690
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
12 oktober 2001
- Magistraten
F.H.J. Mijnssen, R. Herrmann, A.E.M. van der Putt-Lauwers, J.B. Fleers, O. de Savornin Lohman
- Zaaknummer
C99/292HR
- Conclusie
A-G Huydecoper
- LJN
ZC3690
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2001:ZC3690, Uitspraak, Hoge Raad, 12‑10‑2001
ECLI:NL:PHR:2001:ZC3690, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 12‑10‑2001
- Wetingang
Essentie
Wet Tarieven in Burgerlijke Zaken: advocatendeclaraties; bijzondere rechtsgang; begroting salaris bij geschil door de Raad van Toezicht.
Hof heeft terecht geoordeeld dat nu cliënt het bedrag van de declaratie betwist met een beroep op matiging in verband met de slechte afloop van de zaak, sprake is van een geschil over de hoogte van de declaratie waarvoor de bijzondere rechtsgang van art. 30 WTBZ dient te worden gevolgd.
Samenvatting
Advocatenmaatschap heeft haar cliënte een aantal declaraties gestuurd waarvan een gedeelte onbetaald is gebleven. Cliënte stelt zich op het standpunt dat de declaraties gematigd zouden moeten worden ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.