EB 2001, 34
HR, 29-06-2001, nr. R00/118HR
HR 29-06-2001, ECLI:NL:PHR:2001:AB2373
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
29 juni 2001
- Zaaknummer
R00/118HR
- LJN
AB2373
- Vakgebied(en)
Personen- en familierecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2001:AB2373, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 29‑06‑2001
ECLI:NL:PHR:2001:AB2373, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 29‑06‑2001
- Wetingang
BW art. 1:238; Rv art. 810; IVRK art. 16; EVRM art. 8
Uitspraak
M en V zijn gehuwd geweest, uit het huwelijk zijn twee kinderen geboren. Bij beschikking van 11 april 1995 heeft de rechtbank als voorlopige voorziening op verzoek van de vader een omgangsregeling tussen hem en de kinderen vastgesteld. Per 11 mei 1995 heeft de moeder haar medewerking aan de omgangsregeling gestaakt. Bij beschikking van 13 september 1995 is de moeder belast met het gezag over de kinderen en heeft de rechtbank aan de Raad voor de kinderbescherming opdracht gegeven de mogelijkheden van een omgangsregeling te onderzoeken. Op 4 januari 1996 heeft de raad geadviseerd geen omgangsregeling vast te stellen. ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.