NJ 2001, 422
Beschermingsbewind en mentorschap t.b.v. meerderjarigen. Hoor en wederhoor.
HR 08-06-2001, ECLI:NL:HR:2001:AB2024
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
8 juni 2001
- Magistraten
F.H.J. Mijnssen, C.H.M. Jansen, A.E.M. van der Putt-Lauwers, J.B. Fleers, H.A.M. Aaftink
- Zaaknummer
R00/114HR
- Conclusie
A-G Strikwerda
- LJN
AB2024
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Mensenrechten
Onbekend (V)
Vermogensrecht / Rechtshandelingen
Vermogensrecht / Rechtsvorderingen
Personen- en familierecht / Bescherming meerderjarige
Internationaal belastingrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2001:AB2024, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 08‑06‑2001
ECLI:NL:HR:2001:AB2024, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 08‑06‑2001
- Wetingang
BW art. 1:431; BW art. 1:450; BW art. 3:60; BW art. 3:303; EVRM art. 6; RO art. 101a
Essentie
Beschermingsbewind en mentorschap t.b.v. meerderjarigen. Hoor en wederhoor.
Rechtbank heeft beginsel hoor en wederhoor geschonden nu uit de stukken van het geding niet blijkt dat zij partijen in de gelegenheid heeft gesteld om te reageren op de in het proces-verbaal neergelegde verklaring van de moeder. Verlening van een volmacht kan niet voorzien in de bescherming die mentorschap en onderbewindstelling kunnen bieden nu volmachtgever — anders dan bij mentorschap en onderbewindstelling — zelf bevoegd blijft rechtshandelingen te verrichten en hij volmacht in beginsel eenzijdig kan herroepen.
Samenvatting
In deze zaak strijden kinderen om de vraag wie ten behoeve van ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.