RSV 2001/191
HR, 30-05-2001, nr. 371
HR 30-05-2001, ECLI:NL:HR:2001:AB1832, m.nt. R. Stijnen
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
30 mei 2001
- Magistraten
Korthals Altes, Van Amersfoort, Bavinck
- Zaaknummer
371
- Noot
R. Stijnen
- LJN
AB1832
- JCDI
JCDI:ADS66519:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Sociale zekerheid algemeen (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2001:AB1832, Uitspraak, Hoge Raad, 30‑05‑2001
- Wetingang
ABW (tekst tot 1 jan. 1996) art. 5a
Essentie
Gezamenlijk voorzien in huisvesting
Samenvatting
Anders dan voorheen (zie bijvoorbeeld het arrest van 22 december 1995, NJ 1996, nr. 331) aanvaardt de HR voor de toepassing van het in onder meer de oude ABW vermelde criterium van het gezamenlijk voorzien in huisvesting niet de regel dat de feitelijke vaststelling van het hebben van hoofdverblijf in dezelfde woning hiervoor voldoende is.
Van een gezamenlijk voorzien in huisvesting in de zin van art. 5a, lid 2, ABW kan naar het oordeel van de HR niet worden gesproken ingeval de bewoner van een woning op zuiver commerciële basis een deel daarvan ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.