BR 2001/204
HR, 30-05-2001, nr. 34 368
HR 30-05-2001, ECLI:NL:PHR:2001:AB1839, m.nt. C.J. van der Wilt
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
30 mei 2001
- Magistraten
E. Korthals Altes, A.G. Pos, D.H. Beukenhorst, L. Monné, P.J. van Amersfoort
- Zaaknummer
34 368
- Noot
C.J. van der Wilt
- LJN
AB1839
- JCDI
JCDI:ADS877031:1
- Vakgebied(en)
Milieurecht / Milieueffectrapportage
Bouwrecht / Veiligheid en milieu
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2001:AB1839, Uitspraak, Hoge Raad, 30‑05‑2001
ECLI:NL:PHR:2001:AB1839, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 30‑05‑2001
Essentie
Eindafdichting van een voormalige stortplaats met door derden ter verwerking afgegeven reststoffen. Vraag of ter zake van deze reststoffen afvalstoffenbelasting verschuldigd is. Uitleg van de begrippen ‘afvalstof’ en ‘inrichting’:
Samenvatting
Het eerste onderdeel van het eerste middel richt zich met een rechtsklacht en een motiveringsklacht tegen 's Hofs oordeel, dat de door belanghebbende in het onderhavige tijdvak verwerkte reststoffen dienen te worden aangemerkt als afvalstoffen in de zin van de Wet belastingen op milieugrondslag. Uit het arrest van het Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen van 15 juni 2000 (AB 2000, 311) volgt dat bij de ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.