RvdW 2001, 69
Beslag op volle eigendom i.p.v. op aandeel in ontbonden huwelijksgemeenschap. Geen conversie.
HR 30-03-2001, ECLI:NL:PHR:2001:AB0805
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
30 maart 2001
- Magistraten
F.H.J. Mijnssen, J.B. Fleers, H.A.M. Aaftink, O. de Savornin Lohman, A. Hammerstein
- Zaaknummer
C99/184HR
- Conclusie
A-G Wesseling-van Gent
- LJN
AB0805
- Vakgebied(en)
Goederenrecht / Algemeen
Goederenrecht / Gemeenschap
Burgerlijk procesrecht (V)
Personen- en familierecht / Relatievermogensrecht
Erfrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2001:AB0805, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 30‑03‑2001
ECLI:NL:PHR:2001:AB0805, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 30‑03‑2001
- Wetingang
BW art. 1:99; BW art. 3:28; BW art. 3:189; BW art. 3:190; BW art. 3:191; Rv art. 437; Rv art. 469; Rv art. 474bb; Rv art. 707
Essentie
Beslag op volle eigendom i.p.v. op aandeel in ontbonden huwelijksgemeenschap. Geen conversie.
Het aandeel van een deelgenoot in een gemeenschap is een vermogensrecht van andere aard dan de eigendom van tot de gemeenschap behorende zaken. Een beslag dat blijkens het proces-verbaal van beslaglegging is gelegd op een niet aan de schuldenaar toebehorend recht op een goed (de volle in de gemeenschap vallende eigendom van de woning waarop geen verhaal voor de schuld van de schuldenaar mogelijk was) kan niet — bij wege van conversie — worden gewijzigd in een beslag op een wel aan de schuldenaar toekomend recht op ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.