RvdW 2001, 66
Faillissement DAF. Uitleg (pari passu) beding in trustakte obligatielening: maatstaf. Verboden aanvulling feiten.
HR 23-03-2001, ECLI:NL:HR:2001:AB0700 (Ofasec/Nederlandsche Trustmaatschappij)
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
23 maart 2001
- Magistraten
P. Neleman, R. Herrmann, A.E.M. van der Putt-Lauwers, J.B. Fleers, A. Hammerstein
- Zaaknummer
C99/054HR
- Conclusie
A-G Spier
- LJN
AG3894
- Roepnaam
Ofasec/Nederlandsche Trustmaatschappij
- Vakgebied(en)
Vermogensrecht / Rechtshandelingen
Insolventierecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2001:AG3894, Uitspraak, Hoge Raad, 23‑03‑2001
ECLI:NL:PHR:2001:AB0700, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 23‑03‑2001
ECLI:NL:HR:2001:AB0700, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 23‑03‑2001
ECLI:NL:PHR:2001:AG3894, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 11‑08‑2000
- Wetingang
Essentie
Faillissement DAF. Uitleg (pari passu) beding in trustakte obligatielening: maatstaf. Verboden aanvulling feiten.
De volgende maatstaf geldt voor de uitleg van (de reikwijdte van) een (pari passu) beding opgenomen in de trustakte van een obligatielening waarbij ter beurze verhandelbare obligaties aan toonder werden uitgegeven en waarbij optraden DAF als debiteur en NTM als trustee (en niet als partij) van de obligatiehouders als crediteuren (een obligatielening waarvan de opbrengst was bestemd voor, en door DAF is doorgeleend aan, dochtermaatschappijen van DAF) terwijl de obligatiehouders bij de totstandkoming van de trustakte in het geheel niet waren betrokken: in beginsel zijn van ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.