NJ 2001, 275:Benelux Merkenwet. Vormmerk; hartvorm (gisttabletten voor dieren). Verlies onderscheidend vermogen. Toepasselijk recht.

NJ 2001, 275

Benelux Merkenwet. Vormmerk; hartvorm (gisttabletten voor dieren). Verlies onderscheidend vermogen. Toepasselijk recht.

Documentgegevens:

HR 09-02-2001, ECLI:NL:HR:2001:AA9897

Instantie: Hoge Raad (Civiele kamer)
Datum: 9 februari 2001
Magistraten: P. Neleman, W.H. Heemskerk, R. Herrmann, H.A.M. Aaftink, A. Hammerstein
Zaaknummer: C95/042HR
15889
Conclusie: A-G Langemeijer
LJN: AA9897
Vakgebied(en): Onbekend (V)
Intellectuele-eigendomsrecht / Algemeen
Brondocumenten: ECLI:NL:PHR:2001:AA9897, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 09‑02‑2001
ECLI:NL:HR:2001:AA9897, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 09‑02‑2001
Wetingang: BMW art. 1 (oud); BMW art. 5 (oud); BMW art. 11A (oud); BMW art. 13 (oud); BMW art. 14 (oud)

Essentie

Hervatting cassatieberoep na beantwoording prejudiciële vragen. Nu geschil betrekking heeft op feitelijke situatie in 1992, moeten de middelen worden —beoordeeld naar de toen geldende BMW. Niet blijk van onjuiste rechtsopvatting geeft 's Hofs oordeel dat een marktsituatie bestaat waarvan niet kan worden gezegd dat de hartvorm daadwerkelijk de functie vervult het publiek in staat te stellen de waar als afkomstig uit een bepaalde onderneming te herkennen; derhalve moet ervan worden uitgegaan dat litigieuze vormmerk zijn onderscheidend vermogen heeft verloren; daarbij is niet van belang ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.