NJ 2001, 247
Merkenrecht. Vervallenverklaring merk o.g.v. ‘non usus’: ‘normaal gebruik’ in zin 5 aanhef en onder 3 (oud) BMW en 12 Eerste Richtlijn (89/104 EEG); vragen van uitleg aan HvJEG.
HR 26-01-2001, ECLI:NL:PHR:2001:AA9663, m.nt. D.W.F. Verkade
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
26 januari 2001
- Magistraten
P. Neleman, W.H. Heemskerk, A.E.M. van der Putt-Lauwers, A. Hammerstein, E.J. Numann
- Zaaknummer
C99/080HR
- Conclusie
A-G Langemeijer
- Noot
D.W.F. Verkade
- LJN
AA9663
- JCDI
JCDI:ADS63881:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Intellectuele-eigendomsrecht / Algemeen
Intellectuele-eigendomsrecht / Modellen- en merkenrecht
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2001:AA9663, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 26‑01‑2001
ECLI:NL:PHR:2001:AA9663, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 26‑01‑2001
- Wetingang
Essentie
Merkenrecht. Vervallenverklaring merk o.g.v. ‘non usus’: ‘normaal gebruik’ in zin art. 5 aanhef en onder 3 (oud) BMW en art. 12 Eerste Richtlijn (89/104 EEG); vragen van uitleg aan HvJEG.
De uitleg van art. 5 aanhef en onder 3 (oud) BMW, aan welke bepaling met haar vereiste van ‘normaal gebruik’ de gedachte ten grondslag ligt dat de vergaande bescherming die de wet aan het uitsluitend recht op een merk verbindt, alleen dan gerechtvaardigd is indien het desbetreffende teken in het economische verkeer ook daadwerkelijk wordt gebezigd om de waren of diensten van een onderneming te onderscheiden, zal ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.