EB 2001, 13
HR, 19-01-2001, nr. R00/064HR
HR 19-01-2001, ECLI:NL:PHR:2001:AA9558
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
19 januari 2001
- Zaaknummer
R00/064HR
- LJN
AA9558
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Personen- en familierecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2001:AA9558, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 19‑01‑2001
ECLI:NL:PHR:2001:AA9558, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 19‑01‑2001
- Wetingang
BW art. 1:157; BW art. 1:401
Uitspraak
M en V zijn gehuwd geweest. In 1986 is M veroordeeld aan V alimentatie te betalen. M heeft thans verzocht de bijdrage op nihil te bepalen omdat V de mogelijkheid had en heeft om in eigen levensonderhoud te voorzien. Bij tussenbeschikking heeft het hof V, die heeft gesteld de laatste jaren veelvuldig te hebben gesolliciteerd, in de gelegenheid gesteld bewijs van haar sollicitaties te leveren. Bij eindbeschikking heeft het hof geoordeeld dat V zich onvoldoende heeft ingespannen om in eigen levensonderhoud te voorzien.
In cassatie klaagt V erover dat het hof de bewijslast inzake de vraag of zij ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.