JOW 2001, 6
wederrechtelijk verkregen voordeel; bewijsmiddelen
HR 09-01-2001, ECLI:NL:PHR:2001:ZD2215
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
9 januari 2001
- Magistraten
Davids, Orie, Van Dorst
- Zaaknummer
01339/99P
- LJN
ZD2215
- Vakgebied(en)
Strafrecht algemeen (V)
Onbekend (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2001:ZD2215, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 09‑01‑2001
ECLI:NL:PHR:2001:ZD2215, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 09‑01‑2001
- Wetingang
Essentie
wederrechtelijk verkregen voordeel; bewijsmiddelen
Samenvatting
Het Hof Den Haag heeft aan betrokkene een betalingsverplichting aan de Staat opgelegd van een bedrag van ƒ 35.464. In cassatie is namens veroordeelde aangevoerd dat de rechterlijke uitspraak in de hoofdzaak ten onrechte niet is opgenomen onder de door het Hof in de ontnemingszaak gebezigde bewijsmiddelen.
Volgens de Hoge Raad is voor de oplegging van de verplichting tot betaling van een geldsom aan de Staat ter ontneming van wederrechtelijk genoten voordeel een veroordeling in de zin van art. 36e Sr, tweede en derde lid, een noodzakelijke voorwaarde. Van die veroordeling moet ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.