RvdW 2000, 241
Verjaring; stuiting; schriftelijke mededeling; uitleg; werking van een verklaring. Cessie.
HR 01-12-2000, ECLI:NL:PHR:2000:AA8718
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
1 december 2000
- Magistraten
P. Neleman, R. Herrmann, A.E.M. van der Putt-Lauwers, H.A.M. Aaftink, P.C. Kop
- Zaaknummer
C98/301HR
- Conclusie
A-G De Vries Lentsch-Kostense
- LJN
AA8718
- Vakgebied(en)
Goederenrecht / Algemeen
Vermogensrecht / Rechtsvorderingen
Goederenrecht / Verkrijging en verlies
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2000:AA8718, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 01‑12‑2000
ECLI:NL:PHR:2000:AA8718, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 01‑12‑2000
- Wetingang
BW art. 3:94; BW art. 3:317
Essentie
Verjaring; stuiting; schriftelijke mededeling; uitleg; werking van een verklaring. Cessie.
Op degene die zich beroept op het rechtsgevolg van de door haar tot de geadresseerde gerichte verklaring, rust de stelplicht en de bewijslast dat deze verklaring de geadresseerde ook (tijdig) heeft bereikt. Nu de schuldeiser die zich erop beroept dat haar tot de schuldenaar gerichte brief de verjaring tijdig heeft gestuit, slechts heeft betoogd dat haar brief de schuldenaar kort na verzending moet hebben bereikt, kon het Hof — gezien de ontkenning van de schuldenaar — volstaan met zijn constatering dat niet kan worden geconcludeerd dat de schuldenaar de ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.