NJ 2001, 230:Antilliaanse zaak; ontvankelijkheid cassatieberoep; Cassatieregeling Nederlandse Antillen; eindvonnis/eindbeschikking.

NJ 2001, 230

Antilliaanse zaak; ontvankelijkheid cassatieberoep; Cassatieregeling Nederlandse Antillen; eindvonnis/eindbeschikking.

Documentgegevens:

HR 10-11-2000, ECLI:NL:HR:2000:AA8290

Instantie: Hoge Raad
Datum: 10 november 2000
Magistraten: P. Neleman, J.B. Fleers, O. de Savornin Lohman, A. Hammerstein, P.C. Kop
Zaaknummer: R99/121HR
Conclusie: A-G Wesseling-Van Gent
LJN: AA8290
Vakgebied(en): Onbekend (V)
Burgerlijk procesrecht (V)
Brondocumenten: ECLI:NL:PHR:2000:AA8290, Conclusie, Hoge Raad (Parket), 10‑11‑2000
ECLI:NL:HR:2000:AA8290, Uitspraak, Hoge Raad, 10‑11‑2000
Wetingang: Rv (Ned. Antillen) art. 263a; Rv (Ned. Antillen) art. 264; Cassatiereg. Ned. Antillen art. 2; Cassatiereg. Ned. Antillen art. 3

Essentie

Eiser tot cassatie niet-ontvankelijk verklaard op de gronden uiteengezet in de conclusie van de A-G: Ingevolge art. 3 van de Cassatieregeling voor de Nederlandse Antillen mag van beslissingen welke aan een eindvonnis of een eindbeschikking voorafgaan slechts cassatieberoep worden ingesteld tegelijk met zodanig beroep van het eindvonnis of de eindbeschikking, ook indien zij een eindbeslissing inhouden. Deze bepaling wordt strikt toegepast; beroep in cassatie is niet mogelijk zolang de hangende procedure door de in cassatie bestreden uitspraak niet volledig wordt beëindigd. In casu is weer sprake van een hangende procedure die ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.