NJ 2001, 3
Tweede misbruikwet. Bestuurdersaansprakelijkheid voor belastingschulden; disculpatie; opgewekt vertrouwen fiscus.
HR 03-11-2000, ECLI:NL:PHR:2000:AA8106, m.nt. J.W. Zwemmer
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
3 november 2000
- Magistraten
F.H.J. Mijnssen, R. Herrmann, A.E.M. van der Putt-Lauwers, J.B. Fleers, P.C. Kop
- Zaaknummer
C99/035HR
- Conclusie
A‑G Wesseling-van Gent
- Noot
J.W. Zwemmer
- LJN
AA8106
- JCDI
JCDI:ADS157484:1
- Vakgebied(en)
Fiscaal ondernemingsrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2000:AA8106, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 03‑11‑2000
ECLI:NL:PHR:2000:AA8106, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 03‑11‑2000
- Wetingang
Inv.w 1990 art. 33
Essentie
Tweede misbruikwet. Bestuurdersaansprakelijkheid voor belastingschulden; disculpatie; opgewekt vertrouwen fiscus.
's Hofs oordeel dat thans verweerster in cassatie in de periode dat zij bestuurslid was niet erop bedacht behoefde te zijn dat ter zake van het gelegenheid bieden tot deelneming aan een Golden Ten-spel kansspelbelasting verschuldigd zou zijn, geeft niet blijk van een onjuiste rechtsopvatting mede in aanmerking genomen dat de fiscus de afspraak maakte dat een uitspraak van de HR zou worden afgewacht voor antwoord op vraag of kansspelbelasting verschuldigd zou zijn en de fiscus ook na augustus 1988 nog accoord is gegaan met afgifte en afdracht van omzetbelasting niettegenstaande ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.