NJ 2000, 691
HR, 06-10-2000, nr. C98/384HR: Verzicht/Rowi
HR 06-10-2000, ECLI:NL:PHR:2000:AA7364 (Verzicht/Rowi,Verzicht/Van Eijndhoven)
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
6 oktober 2000
- Magistraten
F.H.J. Mijnssen, A.E.M. van der Putt-Lauwers, J.B. Fleers, O. de Savornin Lohman, A. Hammerstein, Wesseling-van Gent
- Zaaknummer
C98/384HR
- LJN
AA7364
- Roepnaam
Verzicht/Rowi
Verzicht/Van Eijndhoven
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Vermogensrecht (V)
Verbintenissenrecht / Aansprakelijkheid
Verbintenissenrecht / Algemeen
Huurrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2000:AA7364, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 06‑10‑2000
ECLI:NL:PHR:2000:AA7364, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 06‑10‑2000
- Wetingang
Essentie
Verzuim zonder ingebrekestelling; niet limitatieve opsomming art. 6:83 BW; redelijkheid en billijkheid.
Niet blijk van onjuiste rechtsopvatting geeft 's Hofs oordeel dat de verhuurder onder de gegeven omstandigheden, die een vergelijkbare situatie als beschreven in art. 6:83 onder c opleveren, naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid zich niet achteraf erop kan beroepen dat de huurder haar niet voorafgaand aan de herstelwerkzaamheden (waarvan huurder vergoeding vordert) in gebreke heeft gesteld. Art. 6:83 behelst immers niet een limitatieve opsomming van de gevallen waarin verzuim zonder ingebrekestelling intreedt; ook de redelijkheid en billijkheid kunnen hierbij een rol spelen.
Samenvatting
Tijdens hevige ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.