RvdW 2000, 193
Omgangsregeling biologische vader; family life.
HR 29-09-2000, ECLI:NL:PHR:2000:AA7284
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
29 september 2000
- Magistraten
F.H.J. Mijnssen, R. Herrmann, A.E.M. van der Putt-Lauwers, O. de Savornin Lohman, P.C. Kop
- Zaaknummer
R99/171HR
- Conclusie
A-G i.b.d. Moltmaker
- LJN
AA7284
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Mensenrechten
Personen- en familierecht / Afstamming en adoptie
Internationaal belastingrecht / Algemeen
Personen- en familierecht / Gezag en omgang
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2000:AA7284, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 29‑09‑2000
ECLI:NL:PHR:2000:AA7284, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 29‑09‑2000
- Wetingang
BW art. 1:204; BW art. 1:377f; EVRM art. 8
Essentie
Omgangsregeling biologische vader; family life.
Voor ontvankelijkheid verzoek biologische vader tot vaststellen omgangsregeling is vereist dat verzoeker behalve het biologisch vaderschap ook bijzondere omstandigheden stelt waaruit voortvloeit dat er tussen hem en het kind een band bestaat die kan worden aangemerkt als ‘family life’ in de zin van art. 8 EVRM. Voor de verwekker die niet een erkenning nastreeft gelden geen andere eisen, ook niet sinds de inwerkingtreding van art. 1:204 lid 3 BW (de voor erkenning vereiste toestemming moeder kan worden vervangen door toestemming rechtbank).
Samenvatting
Omdat de moeder weigerde mee te werken aan de ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.