NJ 2001, 105
Bodemsanering; art. 21 IBS; voordeelstoerekening; vereiste van ‘een zelfde gebeurtenis’.
HR 29-09-2000, ECLI:NL:HR:2000:AA7281, m.nt. A.R. Bloembergen (Paulissen/Staat)
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
29 september 2000
- Magistraten
F.H.J. Mijnssen, P. Neleman, R. Herrmann, C.H.M. Jansen, J.B. Fleers, De Vries Lentsch-Kostense
- Zaaknummer
C98/263HR
- Conclusie
A-G De Vries Lentsch-Kostense
- Noot
A.R. Bloembergen
- LJN
AA7281
- Roepnaam
Paulissen/Staat
- JCDI
JCDI:ADS143598:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Milieurecht / Bodem
Vermogensrecht (V)
Verbintenissenrecht / Aansprakelijkheid
Verbintenissenrecht / Algemeen
Verbintenissenrecht / Onrechtmatige daad
Verbintenissenrecht / Schadevergoeding
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2000:AA7281, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 29‑09‑2000
ECLI:NL:HR:2000:AA7281, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 29‑09‑2000
- Wetingang
BW art. 6:98; BW art. 6:100; BW art. 6:162; BW art. 1401 (oud); IBS art. 21
Essentie
Bodemsanering; art. 21 IBS; voordeelstoerekening; vereiste van ‘een zelfde gebeurtenis’.
Cassatieberoep verworpen op de gronden vermeld in de conclusie van de A-G: het voordeel dat de aannemer, die verontreinigde grond afgroef in gemeente Y en deponeerde in gemeente X en die o.g.v. art. 21 IBS door Staat aansprakelijk is gesteld voor bodemverontreiniging in gemeente X, verrekend wil zien bestaat uit gestelde besparing van saneringskosten in gemeente Y. Van verrekening van dit voordeel kan reeds geen sprake zijn omdat niet is voldaan aan het vereiste dat dit voordeel is voortgevloeid uit of teweeggebracht door de aan de ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.