NJ 2000, 734
HR, 08-09-2000, nr. C98/371HR: Baby Joost
HR 08-09-2000, ECLI:NL:PHR:2000:AA7041, m.nt. A.R. Bloembergen (Baby Joost,Van Ruyven/W. e.a.)
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
8 september 2000
- Magistraten
F.H.J. Mijnssen, W.H. Heemskerk, A.E.M. van der Putt-Lauwers, O. de Savornin Lohman, P.C. Kop, Langemeijer
- Zaaknummer
C98/371HR
- Noot
A.R. Bloembergen
- LJN
AA7041
- Roepnaam
Baby Joost
Van Ruyven/W. e.a.
- JCDI
JCDI:ADS157494:1
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Mensenrechten
Onbekend (V)
Arbeidsrecht / Algemeen
Gezondheidsrecht (V)
Vermogensrecht / Rechtshandelingen
Internationaal belastingrecht / Algemeen
Personen- en familierecht / Gezag en omgang
Verbintenissenrecht / Algemeen
Verbintenissenrecht / Overeenkomst
Verbintenissenrecht / Schadevergoeding
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2000:AA7041, Uitspraak, Hoge Raad, 08‑09‑2000
ECLI:NL:PHR:2000:AA7041, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 08‑09‑2000
- Wetingang
BW art. 1355 (oud); BW art. 1356 (oud); BW art. 1407 (oud); BW art. 1:245; BW art. 3:33; BW art. 3:35; BW art. 6:107; BW art. 6:213; BW art. 6:217; BW art. 7:446; EVRM art. 8
Essentie
Medische behandelingsovereenkomst minderjarig kind; op wiens naam gesloten; stelplicht. Ouders geen partij: geen (immateriële) schadevergoeding ouders; art. 8 EVRM.
Het Hof dat smartengeldvordering ouders heeft afgewezen, is terecht ervan uitgegaan dat ingeval partijen zich bij het aangaan van de medische behandelingsovereenkomst niet expliciet erover hebben uitgesproken of de ouders voor zichzelf dan wel in hun hoedanigheid van wettelijke vertegenwoordigers van hun kind, dan wel in beide hoedanigheden tegelijk optraden, de wederpartij ervan mocht uitgaan dat de ouders de overeenkomst als wettelijke ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.