RvdW 2000, 160
Curatelebewind. Schadevergoeding bewindvoerder. Bevoegdheid kantonrechter. Stuiting verjaring vordering nakoming; werking van verklaring. Passeren bewijsaanbod. Hoor en wederhoor.
HR 23-06-2000, ECLI:NL:PHR:2000:AA6297
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
23 juni 2000
- Magistraten
H.L.J. Roelvink, W.H. Heemskerk, C.H.M. Jansen, J.B. Fleers, A. Hammerstein
- Zaaknummer
R99/125HR
- Conclusie
A-G Strikwerda
- LJN
AA6297
- Vakgebied(en)
Vermogensrecht / Rechtshandelingen
Vermogensrecht / Rechtsvorderingen
Personen- en familierecht / Bescherming meerderjarige
Personen- en familierecht / Gezag en omgang
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2000:AA6297, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 23‑06‑2000
ECLI:NL:PHR:2000:AA6297, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 23‑06‑2000
- Wetingang
BW art. 1:362; BW art. 1:386; BW art. 3:37; BW art. 3:317
Essentie
Curatelebewind. Schadevergoeding bewindvoerder. Bevoegdheid kantonrechter. Stuiting verjaring vordering nakoming; werking van verklaring. Passeren bewijsaanbod. Hoor en wederhoor.
De kantonrechter kan ambtshalve de schade vaststellen die het gevolg is geweest van slecht curatelebewind en de curator tot vergoeding daarvan veroordelen. Met oordeel dat verjaring vordering door eerste brief kantonrechter houdende aansprakelijkstelling is gestuit, heeft Rechtbank miskend dat nu de bewindvoerder de ontvangst van deze brief betwistte bewezen diende te worden dat die brief hem had bereikt en dat daartoe onvoldoende is dat eerdere aan hetzelfde adres verstuurde brieven hem wel hadden bereikt. Bewijsaanbod als niet ter zake dienend en ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.