TvI 2001, p. 32
HR, 16-06-2000, nr. C98/258HR: Derksen/Rabobank
HR 16-06-2000, ECLI:NL:PHR:2000:AA6231, m.nt. C.M. Harmsen (Derksen/Rabobank)
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
16 juni 2000
- Zaaknummer
C98/258HR
- Conclusie
A-G De Vries Lentsch-Kostense
- Noot
C.M. Harmsen
- LJN
AA6231
- Roepnaam
Derksen/Rabobank
- JCDI
JCDI:ADS874971:1
- Vakgebied(en)
Insolventierecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2000:AA6231, Uitspraak, Hoge Raad, 16‑06‑2000
ECLI:NL:PHR:2000:AA6231, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 16‑06‑2000
Essentie
Retentierecht en derden met een ouder recht
Partij(en)
Derksen Bouwbedrijf B.V.
tegen
Rabobank Heemstede-Zandvoort
Uitspraak
1. Inleiding
In dit arrest heeft de Hoge Raad geoordeeld over de vraag of een aannemer zich voor een vordering uit hoofde van een aannemingsovereenkomst op een retentierecht kan beroepen jegens een bank met een ouder hypotheekrecht op een onroerende zaak, in het geval dat de aannemingsovereenkomst niet met de eigenaresse van de onroerende zaak is gesloten, maar met haar echtgenoot, met wie zij buiten elke gemeenschap van goederen was gehuwd. Art. 3:291 lid 2 BW bepaalt hieromtrent:
‘Hij (de schuldeiser; CMH) kan ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.