NJ 2000, 460
Niet-tijdige betaling griffierecht; beroepsaansprakelijkheid advocaat; maatstaf; algemene ervaringsregel.
HR 09-06-2000, ECLI:NL:HR:2000:AA6159
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
9 juni 2000
- Magistraten
F.H.J. Mijnssen, W.H. Heemskerk, R. Herrmann, J.B. Fleers, O. de Savornin Lohman
- Zaaknummer
C98/357HR
- Conclusie
plv. P-G Mok
- LJN
AA6159
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Arbeidsrecht / Algemeen
Vermogensrecht (V)
Verbintenissenrecht / Aansprakelijkheid
Verbintenissenrecht / Algemeen
Verbintenissenrecht / Onrechtmatige daad
Verbintenissenrecht / Overeenkomst
Arbeidsrecht / Bijzondere onderwerpen arbeidsrecht
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2000:AA6159, Uitspraak, Hoge Raad, 09‑06‑2000
- Wetingang
BW art. 6:74; BW art. 6:162; BW art. 7:401
Essentie
Niet-tijdige betaling griffierecht; beroepsaansprakelijkheid advocaat; maatstaf; algemene ervaringsregel.
In 's Hofs oordeel ligt besloten dat advocaat bij overmaken griffierecht heeft gehandeld zoals een redelijk bekwaam en redelijk handelend vakgenoot te werk zou zijn gegaan; Hof heeft klaarblijkelijk op grond van algemene ervaringsregel geoordeeld dat destijds onder normale omstandigheden niet meer dan vier dagen gelegen waren tussen de dag waarop betalingsopdracht werd gegeven en de dag waarop die opdracht werd geëffectueerd. Door uit te gaan van deze ervaringsregel is Hof niet met enige rechtsregel in strijd gekomen.
Samenvatting
Advocaat stelt namens zijn cliënt beroep in bij de Afdeling voor de ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.