NJ 2000, 671
Auteursrecht, werken van toegepaste kunst BTMW. Bernerconventie en EG-verdrag.
HR 26-05-2000, ECLI:NL:PHR:2000:AA5967, m.nt. D.W.F. Verkade
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
26 mei 2000
- Magistraten
H.L.J. Roelvink, P. Neleman, A.E.M. van der Putt-Lauwers, O. de Savornin Lohman, A. Hammerstein
- Zaaknummer
C98/231HR
- Conclusie
A-G Langemeijer
- Noot
D.W.F. Verkade
- LJN
AA5967
- JCDI
JCDI:ADS143577:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Intellectuele-eigendomsrecht / Auteursrecht
Verbintenissenrecht / Aansprakelijkheid
Verbintenissenrecht / Onrechtmatige daad
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2000:AA5967, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 26‑05‑2000
ECLI:NL:PHR:2000:AA5967, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 26‑05‑2000
- Wetingang
Essentie
Auteursrecht, werken van toegepaste kunst: Eenvormige Beneluxwet inzake tekeningen en modellen, Berner Conventie en EG-verdrag.
Art. 2 lid 7 Berner Conventie laat de lidstaten weliswaar uitdrukkelijk vrij in het regelen van de bescherming van werken van toegepaste kunst, maar laat de bepaling van art. 7 lid 4 uitdrukkelijk onverlet en beperkt in zoverre dus die vrijheid; voorzover werken van toegepaste kunst (mede) auteursrechtelijk worden beschermd, zoals het geval is in de Auteurswet 1912 (art. 10 lid 1 sub 11), mag de beschermingsduur dan ook niet minder dan 25 jaar belopen. Het geldend maken van dit aan ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.