NJ 2000, 567
Schuldsanering. Afwijzingsgrond 288 lid 2 onder b: gedragsmaatstaf; motiveringseisen.
HR 12-05-2000, ECLI:NL:PHR:2000:AA5776, m.nt. P. van Schilfgaarde
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
12 mei 2000
- Magistraten
H.L.J. Roelvink, W.H. Heemskerk, R. Herrmann, J.B. Fleers, A. Hammerstein
- Zaaknummer
R99/211HR
- Conclusie
A-G Strikwerda
- Noot
P. van Schilfgaarde
- LJN
AA5776
- JCDI
JCDI:ADS48821:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Ondernemingsrecht (V)
Insolventierecht / Algemeen
Insolventierecht / Faillissement
Insolventierecht / Schuldsanering natuurlijke personen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2000:AA5776, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 12‑05‑2000
ECLI:NL:PHR:2000:AA5776, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 12‑05‑2000
- Wetingang
Essentie
Schuldsanering. Afwijzingsgrond art. 288 lid 2 onder b: gedragsmaatstaf; motiveringseisen.
Afwijzing van verzoek toepassing schuldsaneringsregeling is slechts mogelijk op de gronden vermeld in art. 288 Fw: bij de (facultatieve) afwijzingsgrond van lid 2 onder b (aannemelijk dat de schuldenaar t.a.v. het ontstaan of onbetaald laten van zijn schulden niet te goeder trouw is geweest) gaat het om een gedragsmaatstaf waarbij de rechter met alle omstandigheden van het geval rekening kan houden. Nu betrokkene zich heeft beroepen op feiten en omstandigheden die ervoor pleiten het verzoek alsnog toe te wijzen, is het hof tekortgeschoten in zijn motivering door het ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.