EB 2000, 37
HR, 14-04-2000, nr. R99/111HR
HR 14-04-2000, ECLI:NL:PHR:2000:AA5523
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
14 april 2000
- Zaaknummer
R99/111HR
- LJN
AA5523
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Personen- en familierecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2000:AA5523, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 14‑04‑2000
ECLI:NL:PHR:2000:AA5523, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 14‑04‑2000
- Wetingang
Haags Verdrag burgerrechtelijke aspecten internationale ontvoering van kinderen art. 3; Haags Verdrag burgerrechtelijke aspecten internationale ontvoering van kinderen art. 5; BW art. 1:257; BW art. 1:258
Uitspraak
M en V zijn in 1988 gehuwd. Uit het huwelijk is in 1989 een dochter geboren, die de Nederlandse nationaliteit heeft. Bij vonnis van 8 april 1992 is de echtscheiding uitgesproken en vervolgens ingeschreven in de registers der burgerlijke stand. De moeder is bij beschikking van 28 mei 1997 belast met de uitoefening van het ouderlijk gezag en tussen vader en dochter is een omgangsregeling vastgesteld. Op 18 februari 1997 is de dochter onder toezicht gesteld van het BJA. In april 1998, na verlenging van de ots tot 18 augustus 1998, is de moeder met het kind vanuit ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.