AB 2000, 438
Nietigheid van overeenkomst tot verhuur van een afgesloten gedeelte van de openbare weg ten behoeve van de exploitatie als terrein voor betaald parkeren zonder dat dit gedeelte aan de openbaarheid was onttrokken
HR 07-04-2000, ECLI:NL:PHR:2000:AA5401, m.nt. Th.G. Drupsteen (Parkeerexploitatie Amsterdam)
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
7 april 2000
- Magistraten
Roelvink, Heemskerk, Van der Putt-Lauwers, O. de Savornin Lohman, Kop, Langemeijer
- Zaaknummer
C98/223HR
- Noot
Th.G. Drupsteen
- LJN
AA5401
- Roepnaam
Parkeerexploitatie Amsterdam
- JCDI
JCDI:ADS873694:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Verbintenissenrecht (V)
Vermogensrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2000:AA5401, Uitspraak, Hoge Raad, 07‑04‑2000
ECLI:NL:PHR:2000:AA5401, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 07‑04‑2000
- Wetingang
Essentie
Nietigheid van overeenkomst tot verhuur van een afgesloten gedeelte van de openbare weg ten behoeve van de exploitatie als terrein voor betaald parkeren zonder dat dit gedeelte aan de openbaarheid was onttrokken.
Samenvatting
De overeenkomst, zoals uitgelegd door de rechtbank, verplichtte de gemeente tot een prestatie die ten tijde van het sluiten van de overeenkomst in strijd was met dwingende bepalingen van de Wegenwet, en ook nadien met die bepalingen in strijd is gebleven doordat de gemeente niet erin is geslaagd het terrein geldig aan het openbaar verkeer te onttrekken. Blijkens de gedingstukken heeft Parkeerexploitatie niet ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.