ROR 2000, 2
HR, 31-03-2000, nr. R99/105HR
HR 31-03-2000, ECLI:NL:PHR:2000:AA5319
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
31 maart 2000
- Magistraten
mrs. Mijnssen, Heemskerk, Fleers, Hammerstein, Kop
- Zaaknummer
R99/105HR
- LJN
AA5319
- Vakgebied(en)
Arbeidsrecht / Medezeggenschapsrecht
Ondernemingsrecht / Bijzondere onderwerpen
Bijzonder strafrecht / Economisch strafrecht
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2000:AA5319, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 31‑03‑2000
ECLI:NL:PHR:2000:AA5319, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 31‑03‑2000
- Wetingang
Essentie
Verklaring voor recht. Rechtspositie lid medezeggenschapsorgaan
Samenvatting
Werkneemster heeft contract van min. 20 en max. 32 uur. Aanvankelijk werkte zij 12 uur binnen het overlegorgaan en 8 uur binnen haar eigenfunctie van groepsleidster. Later besteedt zij 16 uur aan het medezeggenschapswerk, waardoor zij nog slechts 4 uur overhoudt voor haar eigen werk. Zij vraagt om extra tijd, maar de werkgeefster houdt vast aan 20 uur. Werkneemster vraagt een verklaring voor recht, dat de werkgeefster handelt in strijd met art. 21 lid 1 WOR, aangezien zij door deze handelingswijze benadeeld wordt en dat parttimers die deelnemen aan medezeggenschapswerk ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.