NJ 2000, 354
Rechtshandelingen verricht in naam vennootschap i.o. 2:203a BW: stortingsplicht oprichters; strekking/doelstelling.
HR 24-03-2000, ECLI:NL:PHR:2000:AA5258, m.nt. J.M.M. Maeijer (Wachtkamer Televisie)
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
24 maart 2000
- Magistraten
Mijnssen, Herrmann, De Savornin Lohman, Hammerstein, Kop
- Zaaknummer
C98/267HR
- Conclusie
plv. P-G Mok
- Noot
J.M.M. Maeijer
- LJN
AA5258
- Roepnaam
Wachtkamer Televisie
- JCDI
JCDI:ADS63868:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Financieel recht / Bank- en effectenrecht
Arbeidsrecht / Arbeidsovereenkomstenrecht
Ondernemingsrecht / Economische ordening
Ondernemingsrecht / Rechtspersonenrecht
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2000:AA5258, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 24‑03‑2000
ECLI:NL:PHR:2000:AA5258, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 24‑03‑2000
- Wetingang
BW art. 2:191; BW art. 2:203a
Essentie
Rechtshandelingen verricht in naam vennootschap i.o. Art. 2:203a BW: stortingsplicht oprichters; strekking/doelstelling.
Nu de latere oprichters van WTN B.V. tevens de vennoten waren van de v.o.f. WTN B.V. i.o. en de litigieuze rechtshandelingen waren verricht onder de naam van de vennootschap i.o., moet worden aangenomen dat de v.o.f. daarbij heeft gehandeld ten name van en ten behoeve van de op te richten vennootschap nu geen beroep is gedaan op omstandigheden waaruit anders zou kunnen voortvloeien. Met de doelstelling van art. 2:203a BW (zekerstellen dat geen oprichting van een vennootschap plaatsvindt zonder dat de oprichters het gehele te ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.